Oxytocin

Daar zit je dan. Met je laptop en havercappuccino bij de ‘Coffeecompany’. Het is vijf uur in de middag en de zon is doorgebroken in Amsterdam. Om mij heen zie ik verschillende soorten personen. Iemand op zijn telefoon, genietende van een latte; studerende studenten en een groep vriendinnen die weer eens gezellig moesten bijkletsen. Wat de dagen ook brengen, een ieder leeft zijn of haar eigen leven op een eigen manier. Dat maakt ons allen uniek.

Ik lijk wel een influencer met hoe ik hier aan het werk ben. Schrijven in mijn notitieblokje, bloggen en die plantaardige cappuccino achterover werken. Ik maak nog net geen foto die ik in mijn instaverhaal zou gaan delen. Ik gein natuurlijk een beetje, er zitten hier zat mensen hard te werken die evengoed geen ‘influencers’ zijn.

Ik werd rond een uurtje of vier gebeld door een vriendin van mij die een wandeling aan het maken was. Toen ik vertelde dat ik bezig was met een blog schrijven en dit niet echt bepaald lukte kreeg ik ineens een idee in mijn hoofd. Ik wist van het bestaan van deze koffietent en besloot mij hiernaartoe te gaan verplaatsen. Ik benoemde het hardop, zij adviseerde mij dit te doen en ik wist niet hoe snel ik moest ophangen. Nu zit ik hier.

“Is het een moeten of is het een mogen?” Vroeg zij aan mij. Die blog moet wel online komen, anders zou ik teleurgesteld in mijzelf zijn. Een gekke vraag vond ik het niet. We weten allemaal dat wanneer het een ‘moeten’ is, het resultaat vaak geforceerd is. Inspiratie is ook ver te zoeken wanneer ik van mijzelf ‘moet’ schrijven. Nu ik hier met een notitieblokje zit, opschrijf waaraan ik denk en mensen zit te observeren, komt de inspiratie vanzelf.

Is het niet gek, dat ik nou net die ene persoon ken die precies op één lijn met mij zit. Die weet dat als ik een plan in mijn hoofd heb, zij dit hoe dan ook stimuleert en wilt dat ik actie onderneem. Hoe komt het nou dat wij gelukkig worden van de mensen om ons heen, maar van bepaalde andere mensen juist totaal niet?

Terwijl ik hier aan het schrijven ben zag ik twee vriendinnen elkaar een knuffel geven. Meteen moest ik aan één ding denken: oxytocine. Laat ik eerst even theoretisch en kort uitleggen wat oxytocine is, voordat ik verder ga. Oxytocine is een hormoon dat ook wel bekend staat als het ‘knuffelhormoon’. Dit hormoon komt vrij bij zowel knuffelen (massages) als seks (orgasmes). Je kan dus wel stellen dat het een wenselijk hormoon in het lichaam is, je wordt er immers rustig, blij en bezield van.

Ik heb mij onlangs een citaat uit het boek: “De meeste mensen deugen”, laten vertellen (dankjewel daarvoor). Het ging over het hormoon oxytocine. Oxytocine is namelijk bij een ieder erg geliefd. Waarom wordt het dan niet vanuit de lucht over heel de wereld verspreid? Waarom kunnen wij ons niet volspuiten met oxytocine, om de universele broederschap te versterken?

“Uit een onderzoek van de UvA (Universiteit van Amsterdam) bleek dat de werking van het hormoon oxytocine zich vaak beperkt tot de eigen groep. Terwijl het de liefde voor onze vrienden vergroot, kan het onze afkeer van vreemden juist versterken.” - Rutger Bregman.

Toen ik in gesprek ging met degene die mij dit vertelde, konden wij hier ons erg in vinden. Want als je nou eens kritisch en goed naar je eigen vrienden of kringen kijkt, dan zal je opvallen dat deze personen veel eigenschappen omvatten die jij ook hebt. De mensen om je heen zijn namelijk, in de meeste gevallen, een spiegel van jezelf.

Wat ik mooi vind aan de vrienden om mij heen, is de pure oprechtheid, dat zij menen wat zij zeggen, niet boos of geïrriteerd raken als anderen zich even terugtrekken, maar dit juist ondersteunen. Dat zij het beste in een ander naar boven willen halen, in plaats van naar beneden. Dat zij complimenten durven te geven zonder er iets voor terug te willen. Dat zij het liefste blij willen zijn en iets goeds willen doen voor een ander, ook al is het een minimaal gebaar. Dat zij genieten van de kleine dingen in het leven, in plaats van het focussen op alles wat fout gaat. Dat maakt hen mooie mensen.

Deze mensen heb ik om mij heen, omdat ik mijzelf in deze karaktereigenschappen kan vinden. Sterker nog, ik wil er naar leven. Doordat ik het liefste op de manier wil leven waarop ik nu leef, zoek ik ook de personen op die deze manier van leven met mij delen. Ze komen zelfs op mijn pad, zonder dat ik erom vraag. Tussen deze vrienden en mij komt ook weer oxytocine vrij. Het stofje is niet het hormoon van de universele broederschap, maar van ‘eigen volk eerst’.

Dat klinkt dan wel weer behoorlijk egoïstisch, maar als je erover nadenkt is het wel logisch. De mensen die jij nu om je heen hebt, daar geef je om en wil je ook vasthouden. De mensen waar jij irritaties of frustraties door krijgt, die wil je het liefste toch alleen maar mijden?

Ik heb zelf enorm veel moeite met personen die verre van zichzelf zijn, niet oprecht en een masker voorhouden. Ik ben er nog net niet allergisch voor, maar mijn afkeur naar hen wordt wel met de tijd groter (als ik hen dan weer tegenkom). Nu vraag ik mij af, is dit erg? Ik denk persoonlijk van niet. Want wat telt, is hoe jij met anderen omgaat. Zolang ik die personen alleen maar mijd, een fijne dag wens en verder geen kwaad in de zin heb met hen, is er niets aan de hand.

Wanneer jij als individu de neiging krijgt om die personen weg te werken, te kleineren, beledigen of nog erger… neem dan even een stapje terug. Focus op de mensen die jou positieve oxytocine geven en probeer weer wat flexibeler te zijn in de omgang met ‘het andere volk’. Want alleen op deze manier,

zou er toch nog universele broederschap kunnen ontstaan.

Vorige
Vorige

Handling frustration

Volgende
Volgende

Your cirkle of positivity